woensdag 6 april 2022 Home Zoek Contact Veel gestelde vragen Sitemap Print deze pagina  
 
 
 
Actueel
Nieuw op de site
Dossiers
Focus
Den Haag
Emancipatie algemeen
Varia
Servicepagina
Onze andere sites
 
 Algemene wet gelijke behandeling
 
 Naar de vorige pagina
 
 
 >  DOSSIERS  >  DOSSIERS OP ALFABET  >  DOSSIERS A
 >  ALGEMENE WET GE... 
Evaluatie Algemene weg gelijke behandeling (Awgb) - DOSSIER 030

 


Inhoud van dit dossier

Aktueel

Op 12 juli 2002 zond Minister De Vries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan Eerste en Tweede Kamer het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling. Zie:

De Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal in haar procedurevergadering van 12 september 2002 besluiten of en wanneer dit standpunt van het kabinet-Kok II met het kabinet-Balkenende wordt besproken.


Voorgeschiedenis
(1994-2000)

Op 1 september 1994 trad de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) in werking. Deze wet schrijft in artikel 20 voor dat de daarbij ingestelde Commissie gelijke behandeling kort na 1 september 1999 een evaluatieverslag zou indienen. Daaraan is niet de hand gehouden. Eerst verscheen in november 1999 het rapport Gelijke behandeling: regels en realiteit, een juridische en rechtssociologische analyse van de gelijke-behandelingswetgeving, het verslag van een door de Katholieke Universiteit Nijmegen verricht onderzoek.

Vervolgens heeft de Commissie gelijke behandeling op 4 mei 2000 het verslag van haar bevindingen over de eerste vijf jaar van de Awgb gebracht. De Commissie heeft dit evaluatierapport niet gepubliceerd op haar website. Daar is wel een persbericht van 14 juni 2000 te vinden: Gelijke behandeling: in de praktijk nog veel discriminatie. Evaluatie Algemene Wet Gelijke Behandeling.

Op basis van deze beide documenten diende het kabinet een standpunt voor te bereiden. Dat had - volgens artikel 33 Awgb - zo spoedig mogelijk na de ontvangst van het evaluatierapport van de Commissie naar het parlement moeten gaan, maar dat is in Den Haag een rekbaar begrip: het zou juli 2002 worden.


Concept-kabinetsstandpunt (september 2001) en de reacties daarop
(najaar 2001)

Het concept-kabinetsstandpunt met bijlage is bij brief brief d.d. 12 september 2001 van de Minister van BZK voorgelegd aan de Commissie gelijke behandeling en de volgende niet-gouvernementele organisaties (NGO's): het Landelijk expertisecentrum leeftijd en maatschappij (LBL), het COC Nederland, de Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad, het Clara Wichmann Instituut, de Federatie van Ouderverenigingen, E-Quality, het Landelijk Bureau Racismebestrijding (LBR) en de Samenwerkingsverbanden in het kader van het landelijk overleg minderheden (LOM).
De geadresseerde organisaties is verzocht hun reacties binnen 5 weken, dat wil zeggen uiterlijk 17 oktober 2001 te geven.

Ook een aantal niet-aangeschreven organisaties heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om commentaar te leveren. Blijkens bijlage 2 van het definitieve kabinetsstandpunt zijn uiteindelijk de volgende reacties ontvangen:

Organisatie Gegevens reactie Online
Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad Nederland (CG-Raad) Brief van 16 oktober 2001 [met als bijlage de brief van 5 juni 2001 van de CG-Raad aan Staatssecretaris Vliegenthart]
Clara Wichmann Instituut navraag is gedaan
COC Nederland Brief van 16 oktober 2001
Commissie gelijke behandeling Brief van 18 oktober 2001
E-Quality Brief van 16 oktober 2001
Federatie van Ouderverenigingen Brief van 10 oktober 2001
Landelijk expertisecentrum leeftijd en maatschappij (LBL) Brief van 18 oktober 2001
Landelijk Bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) Brief van 16 oktober 2001
[Gezamenlijk commentaar van]
  • Samenwerkingsverband Marokkanen en Tunesiërs
  • Overlegpartner Rijksoverheid-Zuideuropese gemeenschappen
  • Landelijk Overleg Welzijn Molukkers
  • Surinaams Inspraakorgaan
  • Overlegorgaan Caribische Nederlanders
Brief van 24 oktober 2001
Stichting Inspraakorgaan Turken in Nederland Brief van 2 november 2001

 


Kabinetsstandpunt
(juli 2002)

Op 12 juli 2002 zond Minister De Vries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan Eerste en Tweede Kamer het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling. Zie: