Vierde Wereldvrouwenconferentie


B. Onderwijs en opleiding van vrouwen

69. Onderwijs is één van de mensenrechten en vormt een essentieel instrument om de doelstellingen op het gebied van gelijkheid, ontwikkeling en vrede te verwezenlijken. Onderwijs zonder onderscheid komt zowel meisjes als jongens ten goede en draagt zodoende uiteindelijk bij tot gelijke betrekkingen tussen vrouwen en mannen. Om te zorgen dat meer vrouwen een actieve bijdrage aan veranderingen kunnen leveren, moeten zij qua toegang tot en het halen van onderwijskwalificaties dezelfde mogelijkheden hebben als mannen. De alfabetisering van vrouwen biedt een belangrijke mogelijkheid om gezondheid, voeding en opvoeding in het gezin te verbeteren en stelt hen in staat aan de besluitvorming in de samenleving deel te nemen. Investeren in schoolonderwijs en buitenschools onderwijs en opleiding voor meisjes en vrouwen levert een uitzonderlijk hoog maatschappelijk en economisch rendement op en is één van de beste methoden gebleken om duurzame ontwikkeling en aanhoudende en duurzame economische groei te bereiken.

70. Op regionaal niveau hebben meisjes en jongens gelijke toegang tot het basisonderwijs verworven, behalve in bepaalde delen van Afrika, met name ten zuiden van de Sahara en in Centraal Azië, waar nog te weinig mogelijkheden zijn om onderwijs te volgen. In het voortgezet onderwijs zijn vorderingen gemaakt: in sommige landen hebben meisjes dezelfde mogelijkheden als jongens om hieraan deel te nemen. Het aantal meisjes en vrouwen dat hoger onderwijs volgt, is aanzienlijk gestegen. In vele landen hebben particuliere scholen ook een belangrijke aanvullende rol gespeeld bij verbetering van de toegang tot onderwijs op alle niveaus. Toch kunnen, meer dan 5 jaar nadat de Wereldconferentie inzake Onderwijs voor Iedereen (Jomtien, Thailand, 1990) de Mondiale Verklaring inzake Onderwijs voor Iedereen en het Framework for Action om te voorzien in basisleerbehoeften,[12] ongeveer 100 miljoen kinderen, onder wie ten minste 60 miljoen meisjes, geen basisonderwijs volgen en wordt meer dan tweederde van de 960 miljoen analfabete volwassenen in de wereld gevormd door vrouwen. Het hoge percentage analfabetisme in de meeste ontwikkelingslanden, met name in Afrika ten zuiden van de Sahara en enkele Arabische staten, blijft een belangrijke belemmering voor de verbetering van de positie van de vrouw.

71. In vele gebieden worden meisjes bij de toegang tot het onderwijs nog altijd gediscrimineerd, door gewoonten en gebruiken, vroegtijdige huwelijken en zwangerschappen, ontoereikende leermiddelen en onderwijsmaterialen waarin onderscheid tussen seksen wordt gemaakt, seksuele intimidatie en gebrek aan adequate en fysiek of anderszins toegankelijke opleidingsfaciliteiten. Meisjes moeten op jeugdige leeftijd zwaar huishoudelijk werk verrichten. Van meisjes en jonge vrouwen wordt verwacht dat zij zowel in het onderwijs, als in het huishouden hun plichten vervullen, wat er vaak toe leidt dat hun schoolprestaties te wensen overlaten en dat zij voortijdig het onderwijs de rug toekeren. De gevolgen hiervan werken langdurig door in alle aspecten van het leven van de vrouw.

72. De totstandbrenging van een onderwijskundig en sociaal klimaat waarin vrouwen en mannen, meisjes en jongens gelijk worden behandeld en worden aangemoedigd om al hun mogelijkheden te benutten, met eerbiediging van hun vrijheid van denken, geweten, godsdienst en overtuiging en waarin onderwijsmiddelen een niet-stereotiepe beeld van vrouwen en mannen bevorderen, zou effectief zijn voor de uitbanning van de oorzaken van discriminatie van vrouwen en van ongelijkheden tussen vrouwen en mannen.

73. Vrouwen moeten in staat worden gesteld de vruchten te plukken van een doorlopende verwerving van kennis en vaardigheden, naast die welke zij in hun jeugd hebben verworven. Dit concept van permanente educatie omvat kennis en vaardigheden die in het schoolonderwijs en schoolopleidingen zijn verworven, alsook het leren buiten school, waaronder vrijwilligersactiviteiten, onbetaald werk en traditionele kennis.

74. In leerplannen en lesmateriaal wordt nog steeds op grote schaal onderscheid tussen seksen gemaakt en wordt slechts zelden rekening gehouden met de specifieke behoeften van meisjes en vrouwen. Dit versterkt de traditionele rolverdeling tussen vrouwen en mannen, waardoor vrouwen worden belemmerd in hun mogelijkheden om volwaardig en op voet van gelijkheid deel te nemen aan de samenleving. Doordat onderwijsgevenden op alle niveaus zich niet voldoende rekenschap geven van de verschillen tussen vrouwen en mannen, worden de bestaande ongelijkheden tussen mannen en vrouwen versterkt, wordt de neiging tot discrimineren gestimuleerd en wordt het zelfrespect van meisjes ondergraven. Het gebrek aan voorlichting over seksuele en reproductieve gezondheid heeft verstrekkende gevolgen voor vrouwen en mannen.

75. Met name in wetenschappelijke leerplannen wordt onderscheid gemaakt tussen en vrouwen en mannen. In wetenschappelijke studieboeken wordt geen melding gemaakt van de dagelijkse ervaringen van meisjes en vrouwen en worden vrouwelijke wetenschapsbeoefenaars niet erkend. Meisjes kunnen vaak geen basisonderwijs volgen in wiskunde en exacte en technische vakken, waarin zij kennis kunnen opdoen die zij zouden kunnen toepassen om hun dagelijks leven te verbeteren en hun kansen op werkgelegenheid te verruimen. Via een voortgezette studie exacte wetenschappen en technologie worden vrouwen voorbereid op een actieve rol in de technologische en industriële ontwikkeling van hun land, zodat een gevarieerde benadering van beroepsonderwijs en technische opleiding noodzakelijk is. Technologie verandert de wereld in snel tempo en heeft ook al invloed op de ontwikkelings76. Een van de factoren die van belang zijn voor de constante vooruitgang van vrouwen in beroepsactiviteiten, is dat meisjes en vrouwen toegang hebben tot alle onderwijsniveaus, waaronder het hoger onderwijs, en tot alle wetenschappelijke gebieden, en niet afhaken. Desondanks valt op te merken dat meisjes zich nog altijd concentreren op een beperkt aantal vakgebieden.

77. De massamedia vormen een machtig onderwijsmiddel. Als onderwijsinstrument kunnen de massamedia door onderwijsgevenden en gouvernementele en niet-gouvernementele instellingen worden gebruikt om de positie van vrouwen te verbeteren en ontwikkeling te bevorderen. Onderwijs via de computer en informatiesystemen gaan een steeds belangrijker rol vervullen bij het leren en de verspreiding van kennis. Televisie heeft met name de grootste invloed op jongeren en kan als zodanig in zowel positieve als negatieve zin, waarde-oordelen, attitudes en percepties ten aanzien van vrouwen en meisjes vorm geven. Daarom is het van essentieel belang dat leerkrachten onderricht geven in kritische beoordeling en analytische vaardigheden.

78. De middelen die worden bestemd voor onderwijs, met name ten behoeve van meisjes en vrouwen, zijn in vele landen ontoereikend en zijn in sommige gevallen nog verder gekort, onder andere in het kader van aanpassingsbeleid en -programma’s. Ontoereikende budgetten hebben op de lange termijn een nadelige uitwerking op de ontwikkeling van de mens en wel met name op de ontwikkeling van de vrouw.

79. Bij het aanpakken van ongelijke toegang tot onderwijs en ontoereikende onderwijskansen moeten regeringen en andere actoren een actief en zichtbaar beleid bevorderen gericht op mainstreaming van een gender-perspectief in alle beleidsmaatregelen en programma’s, zodat, voordat besluiten worden genomen, een analyse wordt gemaakt van de effecten hiervan op respectievelijk vrouwen en mannen.