Vierde Wereldvrouwenconferentie


Hoofdstuk V

INSTITUTIONELE VOORZIENINGEN

286. In het slotdocument wordt een reeks acties vastgesteld die moeten leiden tot fundamentele veranderingen. Onmiddellijk optreden en verantwoording zijn van essentieel belang om de doelstellingen tegen het jaar 2000 te verwezenlijken. De uitvoering komt primair voor verantwoordelijkheid van de regeringen, maar berust ook bij zeer uiteenlopende instellingen in de openbare, de particuliere en de niet-gouvernementele sector, op gemeenschapsniveau, op nationaal, subregionaal/regionaal en internationaal niveau.

287. Gedurende het VN-Decennium voor de vrouw (1976-1985), werden tal van instellingen opgezet op nationaal, regionaal en internationaal niveau, om de positie van vrouwen te verbeteren. Op internationaal niveau werden het Internationaal onderzoeks- en opleidingsinstituut voor de vooruitgang van de vrouw (INSTRAW), het Ontwikkelingsfonds van de Verenigde Naties voor vrouwen (UNIFEM) en de Commissie voor toetsing van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen opgezet. Deze instanties werden, naast de Commissie inzake de status van de vrouw en haar secretariaat en de Afdeling verbetering van de positie van de vrouw, de belangrijkste instellingen binnen de Verenigde Naties die specifiek zijn bedoeld om de positie van vrouwen overal ter wereld te verbeteren. Op nationaal niveau heeft een aantal landen nationale systemen voor het plannen, bepleiten en bewaken van vooruitgang op het gebied van de verbetering van de positie van vrouwen opgezet of versterkt.

288. De uitvoering van het slotdocument door nationale, subregionale/regionale en internationale instellingen, zowel in de openbare als in de particuliere sector, zou zijn gebaat met doorzichtigheid, nauwere samenwerking tussen netwerken en organisaties, en een consequente stroom van informatie tussen alle betrokkenen. Ook is er behoefte aan duidelijke doelstellingen en verantwoordingsmechanismen. Er dienen contacten te worden onderhouden met andere instellingen op nationaal, subregionaal/regionaal en internationaal niveau en met netwerken en organisaties die zich bezighouden met de verbetering van de positie van vrouwen.

289. Niet-gouvernementele en organisaties aan de basis hebben een specifieke rol te vervullen bij het scheppen van een sociaal, economisch, politiek en intellectueel klimaat, gebaseerd op gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Vrouwen dienen actief te worden betrokken bij de uitvoering en monitoring van het slotdocument.

290. Effectieve uitvoering van het slotdocument vraagt ook om veranderingen in de interne dynamiek van instellingen en organisaties, inclusief waarden, gedrag, regels en procedures die averechts werken op de verbetering van de positie van vrouwen. Seksuele intimidatie dient te worden uitgebannen.

291. Nationale, subregionale/regionale en internationale instellingen moeten een duidelijk mandaat en een vastomlijnde bevoegdheid, middelen en verantwoordingsmechanismen hebben om de taken te vervullen die zijn vervat in het slotdocument. Hun werkwijzen moeten de efficiënte en effectieve uitvoering van het slotdocument waarborgen. Er dient duidelijk te worden gestreefd naar internationale normen van gelijkheid tussen vrouwen en mannen als basis voor alle acties.

292. Om de effectieve uitvoering van het slotdocument te waarborgen en de inspanningen ter verbetering van de positie van vrouwen op nationaal, subregionaal/regionaal en internationaal niveau uit te breiden, moeten regeringen, de organisatie van de Verenigde Naties en alle andere daarvoor in aanmerking komende organisaties een actief en zichtbaar beleid bevorderen, gericht op mainstreaming van een gender-perspectief, onder andere bij de monitoring en evaluatie van alle beleidsmaatregelen en programma’s.