Vierde Wereldvrouwenconferentie


L. Meisjes

259. Het Verdrag inzake de rechten van het kind stelt: "De Staten die Partij zijn bij dit Verdrag, eerbiedigen en waarborgen de in het Verdrag beschreven rechten voor ieder kind onder hun rechtsbevoegdheid, zonder discriminatie van welke aard dan ook, ongeacht ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale, etnische of maatschappelijke afkomst, welstand, handicap, geboorte of andere omstandigheid" (artikel 2 eerste lid) [11] In vele landen wijzen de beschikbare indicatoren echter uit dat meisjes vanaf het begin van hun leven, hun hele jeugd lang en in hun volwassenheid worden gediscrimineerd. In sommige delen van de wereld zijn er per 100 inwoners 5 mannen meer dan vrouwen. Dit verschil is onder andere toe te schrijven aan schadelijke attitudes en gebruiken, zoals verminking van het vrouwelijk geslachtsorgaan, voorkeur voor zonen - die leidt tot het doden van meisjesbaby’s en geslachtskeuze voor de geboorte - vroegtijdige huwelijken, inclusief kinderhuwelijken, geweld jegens vrouwen, seksuele uitbuiting, seksueel misbruik, discriminatie van meisjes bij de voedselverstrekking en andere gebruiken die verband houden met gezondheid en welzijn. Dientengevolge bereiken minder meisjes dan jongens de volwassen leeftijd.

260. Meisjes worden vaak als minderwaardig behandeld en leren zichzelf op de laatste plaats te stellen, waarmee zij hun zelfrespect ondergraven. Discriminatie en verwaarlozing gedurende de jeugd kunnen het begin zijn van een levenslange neerwaartse spiraal van ontbering en uitsluiting van het maatschappelijk verkeer. Er dienen initiatieven te worden ontplooid om meisjes voor te bereiden op actieve, effectieve participatie, op voet van gelijkheid met jongens, op alle niveaus van maatschappelijk, economisch, politiek en cultureel leiderschap.

261. Onderwijsprocessen waarin onderscheid wordt gemaakt tussen beide geslachten, inclusief leerplannen, lesmaterialen en werkwijzen, de houding van leerkrachten en de interactie in de klas, bevestigen bestaande ongelijkheden tussen seksen.

262. Meisjes en jongeren ontvangen vaak tal van verschillende, tegenstrijdige en verwarrende boodschappen van hun ouders, leerkrachten, leeftijdgenoten en de media ontvangen over hun seksespecifieke rol. Vrouwen en mannen moeten samenwerken met kinderen en jongeren om hardnekkige stereotypes van beide seksen ongedaan te maken, rekening houdende met de rechten van het kind en de verantwoordelijkheden, rechten en plichten van ouders, zoals vervat in punt 267 hieronder.

263. Het aantal geschoolde kinderen is weliswaar in sommige landen in de afgelopen 20 jaar gestegen, maar jongens zijn verhoudingsgewijs veel beter af dan meisjes. In 1990 konden 130 miljoen kinderen geen basionderwijs volgen. 81 miljoen van hen waren meisjes. Dit is toe te schrijven aan factoren als: gebruiken, kinderarbeid, vroegtijdige huwelijken, geldgebrek en het ontbreken van voldoende onderwijsvoorzieningen, zwangerschappen op tienerleeftijd en ongelijkheden tussen seksen in de samenleving als geheel, alsmede in het gezin, zoals beschreven in punt 29 hierboven. In sommige landen kan het tekort aan vrouwelijke leerkrachten de inschrijving van meisjes belemmeren. In vele gevallen beginnen meisjes al op zeer jonge leeftijd zware huishoudelijke taken op zich te nemen en wordt van hen verwacht dat zij zowel op school als in het huishouden zich van hun taken kwijten, wat vaak leidt tot slechte schoolprestaties en voortijdig verlaten van de school.

264. Het percentage meisjes dat voor het voortgezet onderwijs staat ingeschreven, blijft in vele landen erg laag. Meisjes worden vaak niet aangemoedigd of krijgen vaak niet de gelegenheid om wetenschappelijke en technologische opleidingen en onderwijs te volgen, waardoor de kennis die zij nodig hebben voor hun dagelijks leven en hun kansen op werk worden beperkt.

265. Meisjes worden minder aangemoedigd dan jongens om te participeren in en te leren over het maatschappelijk, economisch en politiek functioneren van de samenleving, met als gevolg dat zij niet dezelfde kansen krijgen als jongens om deel te nemen aan besluitvormingsprocessen.

266. Bestaande discriminatie van meisjes in hun toegang tot voeding en lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg vormt een gevaar voor hun gezondheid, nu en later. Naar schatting hebben 450 miljoen vrouwen in ontwikkelingslanden een groeiachterstand als gevolg van een proteïne/energie-gebrek in hun jeugd.

267. De Internationale Conferentie inzake bevolking en ontwikkeling erkende in punt 7.3 van het Actieprogramma [14] dat "volledige aandacht moet worden geschonken aan de bevordering van betrekkingen tussen beide seksen op basis van wederzijds respect en billijkheid en met name aan het voorzien in de behoeften van jongeren aan onderwijs en dienstverlening om hen in staat te stellen op positieve en verantwoorde wijze om te gaan met hun seksualiteit", rekening houdende met de rechten van het kind op toegang tot informatie, privacy, vertrouwelijkheid, respect en gefundeerde instemming, alsmede met de verantwoordelijkheden, rechten en plichten van ouders en voogden om, op een wijze die verenigbaar is met de ontwikkelende capaciteiten van het kind, passende richting en begeleiding te geven in de uitoefening door het kind van de in het Verdrag inzake de rechten van het kind erkende rechten, in overeenstemming met het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen. In alle activiteiten met betrekking tot kinderen dienen de belangen van het kind centraal te staan. Er dient steun te worden verleend voor integrale seksuele voorlichting voor jongeren, met ondersteuning en begeleiding van de ouders, met nadruk op de verantwoordelijkheid van mannen voor hun eigen seksualiteit en vruchtbaarheid, waarbij zij worden geholpen om met hun verantwoordelijkheden om te gaan.

268. Jaarlijks bevallen meer dan 15 miljoen meisjes in de leeftijd tussen 15 en 19 jaar. Moederschap op zeer jonge leeftijd brengt complicaties tijdens de zwangerschap en de bevalling met zich en de kans dat een zo jonge moeder bij de geboorte van haar kind sterft, is veel groter dan gemiddeld. Onder kinderen van jonge moeders is het ziekte- en sterftecijfer veel hoger. Zwangerschappen op jonge leeftijd blijven een belemmering vormen voor verbeteringen in de onderwijs-, economische en sociale situatie van vrouwen in alle delen van de wereld. Over het geheel genomen kunnen een huwelijk en moederschap op jeugdige leeftijd de onderwijs- en werk-gelegenheidskansen ernstig beperken en bestaat er grote kans dat dit op lange termijn nadelige gevolgen heeft voor de kwaliteit van het bestaan van deze vrouwen en hun kinderen.

269. Seksueel geweld en seksueel overdraagbare ziekten, inclusief HIV/AIDS hebben een rampzalig effect op de gezondheid van kinderen, en meisjes zijn kwetsbaarder voor onbeschermde en premature seksuele relaties dan jongens. Op meisjes wordt vaak druk uitgeoefend om tot seksuele activiteit over te gaan. Door factoren als hun jonge leeftijd, sociale druk, het ontbreken van beschermende wetten of het niet handhaven van wetten zijn meisjes kwetsbaarder voor alle soorten geweld, en met name seksueel geweld, inclusief verkrachting, seksueel misbruik, seksuele uitbuiting, vrouwenhandel, eventueel de verkoop van hun organen en weefsel, en dwangarbeid.

270. Meisjes met een handicap stuiten op extra belemmeringen en er dient op te worden toegezien dat zij niet worden gediscrimineerd en dat zij het gelijke genot van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden krijgen, in overeenstemming met de Standaardregels inzake gelijke kansen voor gehandicapten. [30]

271. Sommige kinderen, en wel met name de verlaten, dakloze en ontheemde kinderen, straatkinderen, kinderen in conflictgebieden en kinderen die worden gediscrimineerd omdat zij tot een etnische of raciale minderheidsgroep behoren, zijn extra kwetsbaar.

272. Daarom moeten alle belemmeringen worden weggenomen om meisjes, zonder enige uitzondering, in staat te stellen al hun mogelijkheden en vaardigheden te ontwikkelen via gelijke toegang tot onderwijs en opleiding, voeding, lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg en daarmee samenhangende informatie.

273. Bij het aanpakken van problemen met betrekking tot kinderen en jongeren moeten regeringen een actief en zichtbaar beleid bevorderen, gericht op mainstreaming van een gender-perspectief in alle beleidsmaatregelen en programma’s, zodat, alvorens beslissingen worden genomen, een analyse wordt gemaakt van de effecten op respectievelijk meisjes en jongens.