Een brief van Aletta Jacobs


Onderstaande brief werd op 5 januari 1918 door Aletta Jacobs gezonden aan Lien van Essen-Vinckers, later bekend als de auteur C.J. Ooms-Vinckers.

De tekst luidt:

Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht
Hoofdbestuur / Heerengracht 627

Amsterdam, 5 januari 1918

Geachte Mevrouw,

Ik heb uw mooi tooneelstuk doorgelezen. Het kan door onze vereeniging niet worden gehonoreerd. Alleen kan, als U het aan ons wil afstaan, en eene der afdeelingen willen het opvoeren, U de eerste keer dat het opgevoerd wordt de fl 5.00 opvoeringskosten overgemaakt worden. Daarop heeft u recht.

Daar drukken van tooneelstukjes, of liever van alles op 't ogenblik zoo duur is, geven wij geen stukken uit, maar staan de oorspronkelijke stukken in bruiklaan aan de afdeelingen af.

Wil U het nu onder bovengenoemde voorwaarden aan ons afstaan, dan zullen wij er een berichtje over in 't Mdbl. [Medededelingenblad - red.] plaatsen, zoo niet dan verzoeken wij, onder bijvoeging van frankeerzegels, ons de terugzending te vragen. Daaraan zal dan onmiddellijk worden voldaan.

Hoogachtend,

Aletta H. Jacobs

 


Deze brief is nu in het bezit van Carien Evenhuis, dochter van Hanske Evenhuis-van Essen en kleindochter van de geadresseerde, Lien van Essen-Vinckers.

Aardig detail is het doorgehaalde - vroegere - adres van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht: Wouwermanstraat 37huis, Amsterdam, een zijstraat van de Van Baerlestraat. Op nummer 25-III zou van 1961 tot 1981 de feministe Joke (Kool-)Smit wonen, die daar haar artikel "Het onbehagen bij de vrouw" (De Gids, november 1967) schreef, dat het begin van de tweede feministische golf in Nederland inluidde.